Tracy Metz vraagt zich af
De Museumnacht is een van de initiatieven om meer mensen het museum in te lokken. Tracy Metz vraagt zich in haar boek Pret! (NAi Uitgevers, 2002) af: ‘Is de Museumn8 behalve een vrolijke avond, ook daadwerkelijk een bruggehoofd naar een nieuw publiek?’ Of heeft het event het (… ) gewonnen van de inhoud?
Om 20.30 betreed ik Museum Boijmans Van Beuningen. Een ferme beat trekt me naar de oudbouw. Twee dj’s en een aromajockey heten me welkom. Het ruikt er. De volgende beat trekt mijn aandacht. In het museumrestaurant heeft WOW&NOW een podium opgesteld. Mr. Ted komt met een achttal meisjes uit de kelder gekropen. De meisjes zijn in een slipje, geschminkt, en dragen helmen die jockeys tijdens paardenrennen op hun hoofd hebben. Ze lijken op elkaar. Ik bekijk de tentoonstelling van Shonibare die in eerste oogopslag bijna ‘ouderwets museaal’ aanvoelt.
In TENT. waan ik me in een buurthuis in 70-er jaren. De uitstalling van het collectief WORM herinnert aan de pedagogische modellen van een anti-autoritaire opvoeding. In Witte de With is niets feestelijks aan de hand. Of het moet het kitscherige werk van Ulrike Ottinger zijn dat met een epileptische grijns de moraal van de tentoonstelling News from Tehran 1. relativeert (Voor wie het nog niet wist: wij lijden te weinig in Europa.).
In het Nederlands Fotomuseum zie ik een infantiele tentoonstelling. Gaat in Nederland eindelijk de ziekelijke, overgesubsidieerde agrarische sector op de schop, moet ik met weemoed (Gemengd bedrijf) terugzien op boeren & buitenlui. De speciaal ingehuurde vormgevers van de tentoonstelling (Verkerk & Makkink) hebben een slijmerig laagje nostalgie (schommels! houten schuurtjes!!) rondom de toch al weinig sterke werken geborduurd. Ziek verlaat ik de tentoonstelling.
In het Museumpark loop ik tegen de geprojecteerde kop van Henk Oosterling aan. De lokale radio- en tv stations presenteren zich op ferme projectieschermen. Aan de ingang van de Kunsthal staat een rij van dertig meter. Die laat ik aan me voorbijgaan. In het NAi val ik met mijn neus in de boter want de trampolineshow begint. Intelligent concept zeg ik tegen een voorbijganger: trampoline en architectuur. Het is 22.30 uur. Ik ben benieuwd hoe ver WOW! is gevorderd.
Mr. T. bedient zelf de knoppen. Het decor bestaat uit een aantal uitvergrote muziekinstrumenten (hij zal toch niet aan Claes Oldenburg hebben gedacht?) en een videowand. Een kindmeisje in ondergoed kruipt tegen een uitvergrote microfoon op. Een ander meisje heeft twee enorme kartonnen drumstokken in haar handjes en kan geen maat houden daarom. Andere meisjes plukken suggestief aan de snaren van drie opgestelde gigantische gitaren. De kleine, natte illusie waar WOW! de jongens en meisjes alle weekeinden mee zoet houdt, transformeert in het kunstlicht van het museum in goedkoop baudeville. Ik kom tot rust in de Remonstrantenkerk.
Als laatste bezoek ik om 00.30 uur V2. Er zijn weinig bezoekers. Met een kleine groep spelen we het spel Las Familias. Het is mooi en met humor ontworpen. Voor het eerst die avond lach ik.
Het recept van de Museumnacht is eenvoudig: bars & beats. In feite geven instituten tijdens de Museumnacht de horeca ruim podium. That’s all. Soms doen ze er iets cultureels bij.
Musea en culturele instellingen moeten alle avonden open. Museumnachten moeten meerdere keren per jaar georganiseerd worden. Eigentijdse kunst is van de wereld en de wereld moet je gastvrij ontvangen. Geen infantiel gedoe met trampolines, schommels en schuurtjes aub. Dat doorzien we. Geen entreegelden tijdens de Museumnacht. En ja, tijdens de Museumnacht wint het event het van de inhoud.
