0577

Wanneer Serafijn besluit een verhalenbundel te schrijven over de praktijk van zijn tandarts wordt hij uitgenodigd enkele dagdelen op de praktijk mee te lopen. In de kelder van het maatschap bevinden zich de kleedkamers. In een smetteloos wit katoenen broekpak bestijgt Serafijn de trappen naar de praktijk: arena van pijn, bloed en angst.
‘Zal je zien wat een uniform doet,’ zegt zijn tandarts. Serafijn maakt enkele boksbewegingen en voelt zich sterk in het witte katoen. Drie dagdelen loopt S. op de praktijk mee.

Een week later is de terugval enorm. Zonder kostuum, zonder assistentes en zonder de context van de praktijk voelt hij zich ontheemd, hopeloos teruggeworpen in de eenzaamheid van het schrijverschap. Niets wat troost biedt: geen collega, geen zorg, geen kleedkamer… Hij valt terug in oude gewoontes: fantaseren en onaneren. Een depressie ligt op de loer.
Dan ontdekt de tandarts, geheel onverwachts, tijdens een controleconsult een ontsteking aan de wortel van een kies linksboven. De kies wordt verwijderd. Twee dagen later voelt Serafijn zich herboren. Zijn geest die maandenlang als een slaperige rolmops in zijn schedel lag opgekruld, ontrolt zich zelfvoldaan. In één ruk schrijft hij de bundel TREKKEN.

[flaptekst TREKKEN, Q.S. Serafijn, 2010]