Ik wil graag iets moois maken. Ik heb niet zo veel op met de mensheid. Ik vind mensen vaak onaardig. Toch ben ik solidair met ze. Ik deel al hun geneugten: bloedworst met appeltjes, uitgebakken spek, patat, porno, Zeeman, Action, carnaval en goedkope drugs. Mijn leven lang wil ik high en low culture bij elkaar brengen. Het is mijn Achilles-hiel, het levert zelden iets op.
Ik wil graag iets moois maken. Ik wil – in de eerste plaats – dat de kunst zelf van mijn werk profiteert. In de tweede plaats maak ik mijn werk voor degenen die ik liefheb: mijn familie, vrienden en collega’s. Daarnaast maak ik het werk voor mensen waarover ik me zorgen maak: de armoedzaaiers, de idioten. Ik wil dat ze het goed hebben. Ja dat wil ik. Ik gun ze alle kunst. Maar het is belachelijk! Kunst willen ze niet! Ze willen brood. En pillen. En boter en bier! Ik heb zo vaak kunst voor inwoners gemaakt, zeker toen ik in de openbare ruimte werkte. Niemand schoot er iets mee op, behalve de ambtenaren. Sindsdien maak ik monumentale waterverven.